Duizend jaar geleden steeg een gebed op uit de kerken en kloosters van Noordelijk Frankenland: “van het woeden der Noormannen verlos ons, o Heer”. Het is duidelijke taal. De Vikingen waren twee eeuwen lang de schrik van het beschaafde toenmalige West-Europa en trokken met hun invasietochten, kustplunderingen en zeeroof langs de kusten van het continent via de Middellandse Zee naar Klein-Azie. Denen en Noren koloniseerden grote delen van Engeland, Ierland en Frankrijk. Ze bevoeren de rivieren in de Lage landen tot aan Parijs.

In Oost-Europa verspreiden tegelijkertijd Zweedse kooplieden en handelaren zich over het huidige West-Rusland en verbonden Zweden in het noorden met Byzantium en de arabische wereld in het zuiden.

Dat is het beeld wat de meeste mensen voor ogen hebben als het gaat om de Vikingen. Oorlogszuchtige, onbevreesde rovers. En het is ongetwijfeld waar. Zoals het ook waar is dat de Vikingen slimme handelaren, kunstige ambachtslieden en ondernemende avonturiers waren.
En dan zijn daar hun persoonlijke kanten; vaders en moeders, zonen en dochters, verwanten, geliefden, vrienden en kameraden.

Familie en de gemeenschap -al dan niet verenigd onder een jarl- waren belangrijk. Vrouwen hadden hun eigen plaats binnen de gemeenschap en deden in invloed zeker niet onder voor de mannen. Gastvrijheid en gastvriendschap stonden bij alle Vikingen in hoog aanzien.

Een sibbe is een groep die zich als familie met elkaar verbonden heeft. De Bloodaxe Sibbe bestaat uit een aantal families die samen optrekken. Het kampement bestaat uit meerdere tenten, vuurplaatsen en werkplekken. In het kampement bevinden zich ook ouderen, kinderen en tieners. Gezamenlijk zorgen, koken en eten, drinken en feesten is de kern van het kampementsleven. Muziek, poezie, verhalen en rituelen verbinden hen nog meer. Naast de vele evenementen waar ze als warme hechte groep(Sibbe!) aanwezig zijn, zoeken ze elkaar ook op om kennis te delen en elkaar te helpen met de ambachten.